Frans DGSI-rapport benadrukt zorgen over Moslimbroederschap, Belgiƫ aangewezen als Europees knooppunt
Achtergrond: publicatie van het DGSI-rapport

Op 21 mei 2025 presenteerde de Franse binnenlandse inlichtingendienst, de Direction GĆ©nĆ©rale de la SĆ©curitĆ© IntĆ©rieure (DGSI), een vertrouwelijk inlichtingenrapport getiteld “De Moslimbroederschap en het politieke islamisme in Frankrijk” aan president Emmanuel Macron. Het 73 pagina’s tellende rapport, oorspronkelijk besteld door de Franse regering in 2024 en uitgelekt naar conservatieve media, leidde ertoe dat Macron de officiĆ«le publicatie uitstelde. Macron riep vervolgens de Franse Nationale Veiligheidsraad bijeen om de bevindingen te bespreken en drong bij ministers aan op snelle actie.

Minister van Binnenlandse Zaken Bruno Retailleau omschreef de activiteiten van de Broederschap als “laag-profiel islamisme,” waarbij hij de groep ervan beschuldigde maatschappelijke structuren te infiltreren om islamitische wetgeving op te leggen. Macron benadrukte echter dat de bevindingen niet mochten leiden tot stigmatisering van alle moslims.

Belangrijkste bevindingen en conclusies

Het DGSI-rapport beschrijft hoe de Moslimbroederschap haar invloed in Frankrijk probeert uit te breiden via “entrisme”—het infiltreren van publieke instellingen zoals scholen en gemeentebesturen. De belangrijkste Franse afdeling, “Musulmans de France” (MdF), controleert volgens het rapport 139 moskeeĆ«n en heeft banden met nog eens 68, met wekelijks ongeveer 91.000 bezoekers. Daarnaast onderhoudt de Broederschap invloed via 280 verenigingen, waaronder educatieve en liefdadigheidsinstellingen.

Volgens het rapport introduceren deze organisaties subtiel conservatieve sociale normen en beĆÆnvloeden ze geleidelijk lokale gemeenschappen via scholen, sportclubs en religieuze activiteiten, waarmee ze “lokale ecosystemen” creĆ«ren.

Bedreiging voor nationale cohesie

De DGSI benadrukt de langdurige, geweldloze dreiging die uitgaat van het “bottom-up islamisme” van de Broederschap—een langzame erosie van seculiere en republikeinse waarden in plaats van gewelddadig extremisme. Hoewel er geen directe dreiging voor de staatsveiligheid werd vastgesteld, benadrukt het rapport risico’s voor de sociale cohesie en seculiere waarden.

Internationale dimensie en de rol van Belgiƫ

De DGSI merkt op dat de Broederschap haar aandacht steeds meer op Europa richt naarmate haar invloed in het Midden-Oosten afneemt. BelgiĆ« wordt specifiek genoemd als belangrijk Europees knooppunt, vooral Brussel, vanwege de strategische nabijheid van de EU-instellingen. Ongeveer 200 actieve Broederschapsleden in BelgiĆ« zouden zich vooral bezighouden met lobbyen, fondsenwerving en ideologische verspreiding, eerder dan met uitgebreide moskeeactiviteiten. De “Ligue des Musulmans de Belgique” (LMB) in Brussel wordt expliciet genoemd als een kernorganisatie.

Belgische veiligheidsdiensten hadden eerder al aangegeven dat er ongeveer vijftig kernleden van de Broederschap in Belgiƫ aanwezig zijn, wat duidt op een bescheiden maar belangrijke aanwezigheid.

Beleidsreacties in Frankrijk

President Macron heeft opgeroepen tot snelle overheidsmaatregelen, met name om secularisme en gemeentelijk bestuur te beschermen tegen infiltratie. Franse autoriteiten willen meer toezicht houden op buitenlandse financiering en lokale islamistische activiteiten. Retailleau pleit voor intensievere monitoring en mogelijk verbod van organisaties.

De Franse regering benadrukt dat de maatregelen uitsluitend gericht zijn op extremistische organisaties, niet op de bredere moslimgemeenschap.

Politieke en maatschappelijke reacties in Frankrijk

Reacties variƫren aanzienlijk:

  • Rechtse oppositie (Rassemblement National) eist sterkere acties, waaronder volledige verboden.
  • Linkse oppositie (La France Insoumise) bekritiseert het rapport als politiek geĆÆnstrumentaliseerd en stigmatiserend.
  • Experts waarschuwen ervoor conservatieve religieuze praktijken niet te verwarren met extremisme en benadrukken de relatieve institutionele gematigdheid van de Broederschap.
  • Moslimorganisaties ontkennen banden met de Broederschap en waarschuwen voor wijdverbreide stigmatisering en wantrouwen.

Reacties en implicaties voor Belgiƫ

De identificatie van Belgiƫ als Europees knooppunt leidde onmiddellijk tot politiek debat. Belgische politici, zoals Denis Ducarme (MR), riepen op tot ontbinding van de Broederschap en het creƫren van juridische kaders om extremistische organisaties te verbieden. Belgische autoriteiten bevestigden actief te werken aan wetgeving die het mogelijk maakt om radicale groeperingen te ontbinden die de nationale veiligheid bedreigen.

Belgische media benadrukten de noodzaak van verhoogde waakzaamheid en samenwerking met Frankrijk, waarbij het strategisch belang van grensoverschrijdende inlichtingenuitwisseling werd onderstreept.

Samenwerking tussen Frankrijk en Belgiƫ

Het DGSI-rapport toont aan dat er voortdurend inlichtingen worden uitgewisseld tussen Frankrijk en Belgiƫ, wat essentieel is vanwege de grensoverschrijdende activiteiten van de Broederschap. Verwacht wordt dat deze samenwerking verder zal toenemen, waardoor gezamenlijke inspanningen tegen extremisme worden afgestemd.

Deze situatie weerspiegelt de bredere Europese uitdaging om veiligheidsmaatregelen in evenwicht te brengen met het beschermen van burgerlijke vrijheden in het licht van subtiele invloeden van politiek islamisme.

 

Receive Breaking News

Receive Breaking News

Sign up for our newsletter and stay up to date! Be the first to receive the latest news in your mailbox: