Een huis aan de Tigris en een ontwortelde familie
Midden jaren dertig bouwden de broers Ezra en Khedouri Lawee – welgestelde Joden uit Bagdad – een villa met zuilengalerij aan de Abu Nuwas‑straat, langs de Tigris. Na anti‑Joodse rellen en een brede onteigeningscampagne vluchtte de familie rond 1951 uit Irak, als onderdeel van een massale uittocht van meer dan 100.000 Iraakse Joden. Onder Iraakse wetten die het staatsburgerschap introkken en Joods bezit bevroren, verloren ze hun eigendommen. De erfgenamen stellen dat het huis juridisch hun eigendom bleef, zelfs toen de staat het beschouwde als geconfisqueerd bezit. In de jaren zestig vestigde Frankrijk zijn ambassade in het Lawee‑huis. Er is een papieren spoor: een huurcontract uit 1964 met de familie, een bevel uit 1969 van het regime van Saddam Hoessein om de huur aan de Iraakse staat te betalen, discrete betalingen aan de familie die in 1974 stopten, en een nieuw huurcontract in 1978 met de Iraakse autoriteiten. De ambassade is sindsdien onafgebroken gehuisvest in de villa.
De rechtszaak: achterstallige huur en schadevergoeding
De nakomelingen van de broers Lawee, die nu in Canada wonen, hebben de Franse staat aangeklaagd om achterstallige huur en schadevergoeding te eisen voor tientallen jaren gebruik. Volgens berichten gaat het om ongeveer 33 miljoen dollar – ongeveer 22 miljoen aan vermeende achterstallige huur en 11 miljoen aan schade – of, volgens een andere schatting, meer dan 21 miljoen euro inclusief immateriële schade. De zaak gaat niet om het ontruimen van een ambassade, maar om de vraag of Frankrijk de oorspronkelijke eigenaars moet vergoeden terwijl het in het pand blijft. De zaak ligt nu bij de administratieve rechtbank in Parijs.
Wat Parijs zegt
Volgens correspondentie die in Franse en Israëlische media werd gepubliceerd, erkende het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken in maart 2022 – in een brief van toenmalig minister Jean‑Yves Le Drian – het bestaan van de huurovereenkomst uit 1964 en beloofde het de zaak te onderzoeken. In 2024 weigerde de secretaris‑generaal echter een schadevergoeding te betalen, met een beroep op een grondwettelijk principe dat de staat verbiedt om ‘libéralités’ (giften) uit publieke middelen te doen in gevallen waar Frankrijk niet rechtstreeks verantwoordelijk is voor de oorspronkelijke schade. Ook werd aangevoerd dat de zaak eigenlijk thuishoort bij de Iraakse rechtbanken, aangezien het land formeel eigenaar is geworden. De erfgenamen stellen daarentegen dat een Iraakse rechtsgang onmogelijk is, omdat het land geen onafhankelijke beoordeling zou bieden van onteigend Joods bezit.
Waarom de klok nog niet is uitgelopen
1) Het ‘voortdurende gebruik’. Zelfs als de oorspronkelijke onteigening door Irak werd gepleegd, geniet Frankrijk nog steeds voordeel uit het pand. Volgens Frans bestuursrecht kan een vordering wegens ongerechtvaardigde verrijking ontstaan wanneer een partij voordeel haalt zonder rechtmatige grond. Elke dag dat Frankrijk het gebouw gebruikt, kan de claim opnieuw relevant worden.
2) Voorbeelden van late compensatie. Frankrijk heeft eerder historische schulden decennia later erkend, zoals in 2014 met de Amerikaanse overeenkomst om slachtoffers van deportaties te vergoeden. Dat toont aan dat tijd op zich geen beletsel hoeft te zijn voor morele of juridische genoegdoening.
3) Regionale context. Het Lawee‑dossier staat symbool voor een bredere kwestie van Joods bezit dat in de Arabische wereld werd geconfisqueerd. De erfgenamen stellen dat een ‘niemandsbezit’-fictie, voortgekomen uit discriminerende wetten, geen rechtvaardiging kan zijn voor het decennialang profiteren van dat bezit door een bevriende staat.
Wat we weten over de villa – en waarom ze miljoenen waard is
De villa – in de familie bekend als Beit Lawee – was een toonbeeld van vooroorlogse welvaart in Bagdad: neoklassieke zuilen, fonteinen, een zwembad en dadelpalmen, op een toplocatie aan de rivier. Gezien de ligging en de diplomatieke functie wordt de waarde vandaag geschat op meerdere miljoenen. De erfgenamen berekenen hun claim aan de hand van huurprijzen over decennia, inclusief morele schade en rente.
De vermoedelijke verdediging van Frankrijk
Frankrijk zal zich waarschijnlijk op drie punten verdedigen:
– Soevereiniteitskwesties: het land zal verwijzen naar de Iraakse registratie en het latere huurcontract met Bagdad uit 1978. De erfgenamen wijzen erop dat Frankrijk in 1964 nog wél met de familie zelf een contract sloot – een impliciete erkenning van hun eigendom.
– Publiek‑geld‑principe: het ministerie stelt dat er geen wettelijke basis is om te betalen zonder directe aansprakelijkheid. De tegenwerping: een schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking is geen gift, maar een juridische verplichting.
– Verjaring: de staat kan aanvoeren dat de claim te oud is. De erfgenamen stellen dat elk jaar van gebruik de termijn herstart, en dat hun bemiddelingsverzoek de verjaring onderbreekt.
Wat er nu gebeurt
De administratieve rechtbank in Parijs zal eerst beslissen of ze bevoegd is en vervolgens of het voortgezette gebruik van het pand door Frankrijk een vorm van ongerechtvaardigde verrijking vormt. Een eventuele schadevergoeding zou waarschijnlijk financieel zijn, berekend op basis van markt‑ en historische huurprijzen, vermeerderd met rente en morele schade. Een minnelijke schikking blijft mogelijk, vooral als de rechtbank aangeeft dat Frankrijk risico loopt. Het land heeft eerder gekozen voor schikkingen in dossiers met morele gevoeligheid.
Waarom deze zaak verder reikt dan Bagdad
Voor vele families die in het Midden‑Oosten werden onteigend, test deze zaak een eenvoudig principe: zelfs als de oorspronkelijke misdaad door een andere staat werd begaan, kan een westerse regering die bewust voordeel haalt uit dat onrecht, moreel en juridisch verplicht zijn om te compenseren. De juridische vraag is aan Frankrijk; de ethische vraag – of tijd een schuld kan uitwissen – is aan het publiek.
Een uitspraak in het voordeel van de erfgenamen zou niet de gehele tragedie van de verdwenen Joodse gemeenschap van Irak oplossen, maar wel een grens trekken: huidig gebruik telt, en hedendaags recht kan nog steeds vroegere eigenaars erkennen.
Ontvang het laatste nieuws
Abonneer je op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte! Ontvang als eerste het laatste nieuws in je inbox:
