n eenzame dader stapt uit de duisternis en gooit een brandende fles tegen de synagoge van Kryvyj Rih, de industriestad waar president Volodymyr Zelensky werd geboren. De molotovcocktail spat uiteen, laait kort op en dooft dan tegen het versterkte glas; het gebedshuis blijft gespaard, maar de boodschap is duidelijk: Joods leven in het Oekraïne van de oorlog staat opnieuw onder druk. Het incident, dat door The Jerusalem Post als de tweede antisemitische aanval in één week werd gemeld, schokte zowel de lokale gemeente als waarnemers in het buitenland.
Die schok voel ik in mijn botten. Mijn overleden vader, Simha Zanzer, zag het levenslicht niet in Kryvyj Rih maar in Loezk, de vroegere hoofdplaats van Wolynië. In augustus 1942 dreven Duitse bezetters en Oekraïense hulppolitie meer dan zeventienduizend Joden uit het getto van Loezk naar de heuvel Górka Połonka en schoten hen in massagraven. Onder de slachtoffers bevonden zich mijn grootouders, de zus van mijn vader en zijn twee kleine broertjes. Mijn vader overleefde slechts omdat dwangarbeid hem die ochtend buiten het getto had gebracht. Zijn leven werd een wandelende herinnering dat antisemitisme nooit echt sterft; het wacht op een crisis om weer op te laaien.
De huidige crisis – de grootschalige Russische invasie – schept precies de omstandigheden waarin oude haat kan ontkiemen. Kremlin‑propaganda bestempelt Oekraïne als “nazi” en zoekt tegelijk de toenadering tot extreem‑rechtse partijen in Europa. Een kleine radicale Oekraïense minderheid eert nog altijd collaborateurs uit de oorlogstijd en levert zo kant‑en‑klare beelden voor Moskou’s desinformatie‑molen. Politie‑ en Nationale Garde‑eenheden staan aan het front; synagogen, scholen en begraafplaatsen moeten het doen met vrijwilligers en kleine budgetten. Tel daarbij op: de psychische druk van ontheemding, trauma en overal vuurwapens, en één gegooide fles kan een kruitvat in lichterlaaie zetten.
Toch is het Joodse leven in Oekraïne ook een pijler van veerkracht. Joods‑eigendom IT‑bedrijven in Kyiv en Odessa houden westerse toeleveringsketens draaiende, zelfs onder raketvuur. Humanitaire netwerken, geleid door de Joodse Confederatie van Oekraïne, brengen verbanden en generatoren van Boston, Brussel en Tel Aviv sneller naar frontziekenhuizen dan welk ministerie ook. Culturele centra en herdenkingsprojecten vlechten Oekraïne in het gezamenlijke Europese geheugen. Die bezittingen beschermen is dus meer dan liefdadigheid; het is natie‑opbouw.
Wat moet Kyiv doen?
Ten eerste: richt een nationaal fonds op voor de beveiliging van synagogen, scholen en begraafplaatsen, naar Duits en Brits voorbeeld.
Ten tweede: verbied publieke verheerlijking van Holocaust‑collaborateurs en verwijder hun namen van straten en monumenten.
Ten derde: zorg dat elk middelbaar schoolboek de volledige geschiedenis van de Holocaust door kogels vertelt, inclusief hoofdstukken over lokale medeplichtigheid én redding.
Ten vierde: creëer een transparante, centrale databank voor haatmisdrijven, zodat aanklagers en burgers de werkelijkheid kunnen meten en niet slechts geruchten.
Ten slotte: markeer elk massagraf op Oekraïense bodem – te beginnen met Górka Połonka in Loezk – want zichtbare herinnering is het vaccin tegen ontkenning.
Deze stappen zijn niet optioneel. Respect voor minderheden is een hoofdstuk in het acquis communautaire dat elke kandidaat‑lidstaat moet doorlopen vóór toetreding tot de Europese Unie. De Verenigde Staten volgen, op basis van de Global Antisemitism Review Act, de haattrends even nauwgezet als Brussel. Hoe Oekraïne omgaat met de aanslag in Kryvyj Rih zal in beide hoofdsteden luid weergalmen.
Drieënzeventig jaar nadat mijn vader wankelend het getto van Loezk verliet, kan ik diezelfde straten met mijn kinderen bewandelen. Een granieten plaquette schittert waar ooit de Judenrat om voedsel smeekte. Alleen graniet dooft geen molotovcocktail. Alleen wetgeving, onderwijs en politieke moed kunnen dat. Oekraïne verdedigt al zijn grenzen; het moet met gelijke vastberadenheid de morele bodem onder zijn voeten verdedigen. Slaagt het daarin – beschermt het zijn Joden, Roma, Tataren en elke andere minderheid – dan komt het uit deze oorlog als een volwaardige Europese democratie, klaar voor investering, partnerschap en vrede.
De fles die tegen de synagoge van Kryvyj Rih uiteenspatte, had net zo goed tegen een Joodse deur in Mykolajiv, Lviv of een gerestaureerde sjoel aan de Bratskastraat in Loezk kunnen vliegen. Ter wille van de geboortestad van president Zelensky, ter wille van de vermoorde familie van mijn vader en ter wille van elk Oekraïens kind dat achter versterkt glas het Sjema fluistert, mag die volgende fles nooit worden gegooid.

Ontvang Breaking News
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte! Ontvang als eerste het laatste nieuws in je mailbox: